Regiobijeenkomst


Naar aanleiding van het vorige partijcongres van groenlinks worden in de maanden april en mei regiobijeenkomsten georganiseerd met als doel de afgelopen verkiezingen te evalueren. Gekozen is om vooral te kijken naar de toekomst: de vraag was dan ook niet wat er verkeerd gegaan is, maar wat de komende tijd verbeterd kan worden.

Opvallend weinig mensen waren op de bijeenkomst afgekomen. Voor een partij waarin door sommigen gesuggereerd wordt dat er enorm veel mensen zijn die ontevreden met de koers zijn, waren de aanwezigen het ook nog eens opmerkelijk eens met elkaar. Hoewel er gesproken is over de koers, kreeg dit maar weinig aandacht tijdens de evaluatierondes. Het leek mij in ieder geval bepaald niet het grote splijtpunt waarover in de media gesproken werd. Sterker nog, het leek me dat er helemaal geen echte splijtpunten zijn.

Alle aanwezigen werd gevraagd om een persoonlijke top-drie van verbeterpunten op te maken. Ik zal hier niet ingaan op wat er precies uit de bijeenkomst naar voren is gekomen, aangezien die resultaten nog in verband gebracht zullen worden met de uitkomsten van acht andere bijeenkomsten. Maar mijn persoonlijke top-drie is de volgende:

– Sterkere inbedding werkgroepen: Naar mijn mening krijgen werkgroepen enorm veel de ruimte binnen Groenlinks, wat natuurlijk practig is. Maar: het landelijk bestuur en de tweede kamerfractie doen soms erg weinig een beroep op deze werkgroepen. Dit zou hen heel wat werk uit handen kunnen nemen, terwijl het de werkgroepen een duidelijke richtlijn kan bieden voor de vraag waar belangstelling naar is.
– Communicatie: De communicatie binnen en buiten Groenlinks verloopt soms erg rommelig. volgens mij kan de partij meer contact leggen met externe partijen, zoals maatschappelijke- en belangenorganisaties. Werkgroepen zouden daar een belangrijke rol in kunnen spelen.
– Blijf vasthouden aan de inhoud, denk niet teveel strategisch! Iedere politieke partij maakt tegenwoordig overwegingen over hoe bepaalde standpunten goed onder de aandacht gebracht kunnen worden. Dat wil zeggen: wat zal de media goed oppikken? Op zichzelf is dat niet zo erg, vind ik, maar het moet niet een doel op zichzelf worden. Ik voel me thuis in Groenlinks juist omdat ik het idee heb dat deze partij niet al te veel bezig is met deze machtspolitiek. Helaas gaan er steeds meer geluiden op om daar meer aandacht aan te besteden.

De ochtendsessie eindigde met een discussie tussen onder andere Paules de Wilt en mij (in de zon, tijdens een broodje: politiek is hard werken 😉 ). Paulus de Wilt is één van de personen die de kritische groep Groenlinks leden achter zich weet te scharen. Zijn kritiek luidt dat Groenlinks de vrijzinnige of sterker sociaal-liberale koers naar voren brengt alsof deze geheel nieuw is, terwijl deze koers van het begin af aan al behoorlijk vrijzinnig was. Volgens mij spreekt hij zich daarmee op twee manieren tegen. Allereerst heeft hij behoorlijk veel kritiek op een koers die naar zijn eigen zeggen onveranderd is. Anderzijds luidt zijn kritiek op andere momenten juist, dat de koers zo verandert dat de oorspronkelijk beloften van Groenlinks (zoals het klassiek linkse opkomen voor de zwakkeren) niet langer nagekomen worden.

Terwijl we discussieerden citeerde hij lustig uit het verkiezingsprogramma, maar wel zeer selectief. Opvallend vind ik dat één van zijn medestanders, Luuk Wijmans met wie ik eerder in debat ging, op precies dezelfde manier selectief citeerde. Wat er volgens mij in essentie gebeurt, is dat een geheel afgewezen wordt vanwege kritiek op een klein onderdeel ervan. Naar mijn mening getuigt dat van een beperkte blik, die slechts redeneert vanuit bestaande machtsverhoudingen. Maar dat heb ik hier al eerder geschreven …

Leave a Reply