Afrikadag (01)


headerafrikadag2007
Ieder jaar organiseert de Evert Vermeer Stichting de zogeheten ‘Afrikadag’. Deze dagen staan in het teken van ontwikkelingssamenwerking aan Afrika, maar volgens mij ook aan andere landen. De Evert Vermeer Stichting is gelieerd aan de PvdA, dus wat gedachtegoed zit dat wel redelijk in mijn straatje. Op uitnodiging van Linda ben ik vandaag dus naar Den Haag gegaan, waar de Afrikadag 2007 georganiseerd werd.

Na een algemene inleiding van Bert Koenders (minister van ontwikkelingssamenwerking) was er tijd voor twee workshops. De inleiding van Coenders was overigens goed voorbereid, maar een beetje algemeen. Hij deed wel een mooie uitspraak: “De wereld van Van Aerdenne bestaat niet meer.” Zo, dat was gezegd: hij kiest voor een ander beleid. Het meest vooruitstrevende standpunt dat ik vandaag van hem hoorde, had te maken met het stoppen / verminderen van exportsubsidies.

De eerste workshop die ik bijwoonde had te maken met de manier waarop medicijnen en medische hulpmiddelen, voordat ze op de Nederlandse markt toegelaten worden, getest worden. De organisatoren (WEMOS, onderzoek naar eerlijke gezondheidszorg) lieten een aflevering van Netwerk zien, waarin getoond werd hoe door een Nederlands bedrijf, een medisch hulpmiddel getest was in India. Hoewel de documentaire hier en daar wat rommelig in elkaar zat, werd duidelijk hoe allerlei morele regels nagelaten werden. Dit kostte immers teveel geld en tijd. Het was eigenlijk maar lastig en dus duur. De medisch-ethische commissie was niet eens op de hoogte, net als de patiënten zelf. Toch is het hulpmiddel (een stent) goedgekeurd voor de Nederlandse markt door TNO.

Na het vertonen van de film kwamen sprekers aan bod. De gasten waren breed vertegenwoordigd: Dorette Corbey (Europarlementariër PvdA), Chantal Gill’ard (Tweede Kwamerlid PvdA), Frits Lekkerkerker (voorzitter College ter Beoordeling van Geneesmidellen), Tjalling van der Schors (Farmacia Monidaal) en Annelaies den Boer (projectcoördinator Medicijnen, Wemos) gaven ‘acte de presence’. Ook het publiek mocht mee debatteren, onder leiding van Peter van der Geer. Aangezien ik nooit zo tevreden ben over debatten tussen panel en zaal, was ik blij dat hij veel spreektijd gaf aan de leden van het panel. Overigens leken er in de zaal veel ter zake deskundigen te zitten, dus zo erg was het eigenlijk helemaal niet.

Aan mij (en anderen) werd gevraagd, hoe ik tegen deze documentaire aan zou kijken als arts. Dat zette me dus goed aan het denken tijdens het kijken. Ik denk dat ik, ook als ik zou weten dat het middel op oneigenlijke manier gekeurd was, dat middel wel zou blijven gebruiken. Technisch deugt het middel immers, zo blijkt uit de certificering van TNO. Dus als het specifieke middel de beste behandeling zou zijn voor mijn patiënt, dan zou ik het gewoon gebruiken. Neemt natuurlijk niet weg, dat ik de handelwijze van het bedrijf dat het middel nu verkoopt, Occam, afwijs.

Tot mijn verbazing kreeg ik bijval over dit standpunt. Niet alleen maar kortzichtige moraalridders in de zaal dus. Dit gaf dus mooi ruimte voor de legitieme vervolgvraag: hoe kunnen we dit soort problemen voorkomen? Wat mij in die discussie vooral duidelijk werd, is dat we bij de introductie van nieuwe (hulp)middelen op medisch vlak wel de technologische eisen aan het product stellen, die in Nederland gangbaar zijn. De morele eisen is blijkbaar een ander verhaal. Daar gelden blijkbaar de normen en kwaliteitseisen die in het land gelden waar de onderzoeken uitgevoerd worden. En zoals iemand wijs opmerkte: er is altijd wel een kliniek of land te vinden die het precies uit wil voeren op de manier waarop jij het wilt. Zolang je maar betaalt, zou ik daar aan toe willen voegen.

Wat er dus moet gebeuren, naar mijn mening, is dat middelen niet alleen getest worden op onze technologische criteria, maar ook naar onze eigen morele maatstaven. Maar helaas denk ik, dat de huidige handelwijze ons leert dat dat niet zo snel zal gebeuren. Dat we onszelf wél beschermen (technische criteria) en andere niet (morele criteria) wijst er volgens mij op, dat we geen ene moer geven om die anderen. Zolang we er zelf maar beter van worden.

Leave a Reply