Man and Microbes


Man and MicrobesArno Karlen ((Van de kaft van zijn boek: Arno Karlen is a writer, researcher, and psychotherapist. His essays on history, medicine, and behavioral science have appeared in many scholarly journals and popular magazines. His previous books include Napoleon’s Glands and Other Ventures in Biohistory and Sexuality and Homosexuality. He lives in New York City.)) heeft een schitterend boek geschreven ((Karlen, Arno (1995); Man and Microbes, Disease and Plagues in History and Modern Times, Simon & Schuster Paperbacks, New York)) . Ik heb nauwelijks de helft gelezen, maar ben nu al helemaal gefascineerd door het verhaal dat hij schreef. In ‘Man and Microbes’ beschrijft Karlen de geschiedenis van de (menselijke) infectieziekten. Eerder betoogde ikzelf al, dat de HIV / AIDS epidemie onlosmakelijk verbonden is met de structuur van onze samenleving, maar het perspectief dat Karlen kiest is vele malen breder.

Karlen heeft niet alleen een prangende boodschap te brengen, hij is ook een groot stylist. Het boek dat ook in het Engels uitermate soepel te lezen is, staat vol met de prachtigste zinnen. Neem bijvoorbeeld direct al de eerste zin:

This book is about new plagues, survival, and the dance of mutual adaptation we carry on with our microbial fellow travelers.

Hij beschrijft een evolutionair proces van de mens, dat onlosmakelijk verbonden is met het voorkomen van ziekten en epidemieën. Juist veranderingen in onze eigen manier van leven leidde tot blootstelling aan en het ontstaan van nieuwe ziektemakers. Hiermee werd de mens bijvoorbeeld geconfronteerd in hun prooien, of juist in gedomesticeerde dieren. Daaraan voorafgaand kwam de zich evoluerende mens in contact met nieuwe veroorzakers van ziekte toen ze uit de bomen afdaalden naar de ‘begane grond’ en toen ze migreerden naar het koudere noorden.
Zo kwamen we via prooi- en huisdieren in contact met de Pest. Deze groeide echter pas uit tot een epidemie toen mensen in grotere getallen dicht bij elkaar gingen wonen. Zie hier de verbondenheid met de menselijke ontwikkeling. De menselijke veranderingen gaven virussen de kans zich te ontwikkelen, maar de confrontaties met nieuwe virussen leidden ook tot veranderingen bij de mens.

“So we and microbes are dancing faster than ever in order to survive each other.”

Karlen is in staat om bacterieën en virussen in een perspectief te plaatsen, waaruit blijkt dat deze er helemaal niet op uit zijn om ziekte, dood en verderf te veroozaken. Wanneer mens of dier ziek wordt van een infectie, is dit vrijwel altijd omdat virussoort en de diersoort of de mens elkaar nog niet lang kennen. “Lang” in evolutionaire termen dan. Zo beschrijft hij de mitochondrië, één van de delen waaruit onze lichaamscellen opgebouwd zijn. De mitochondrieën zorgen in onze cellen voor de omzetting van voedingsstoffen in energie. Hoewel we als mens absoluut niet zonder deze mitochondrieën kunnen, zijn deze vermoedelijk ooit aan ons lichaam ‘toegevoegd’ als een bacteriële infectie. Het menselijk lichaam heeft, in een pril stadium van de evolutie, geleerd om deze energiefabriekjes letterlijk te incorporeren!

Ik geef hierboven alleen maar een schets van de rijke ideeën die in de eerste paar hoofdstukken uiteen gezet worden. Toch voor mij al genoeg reden om het boek snel uit te lezen en daarna een mooie plaats in de boekenkast te geven. Aan eenieder die interesse heeft in ziekte en gezondheid en graag breder kijkt dan de dagelijkse context kan ik dit boek van harte aanbevelen!

Leave a Reply